Wegverkeer
Het aantal vervoerskilometers in Nederland is sinds 1990 met zo’n 40% gestegen. Dit is deels te verklaren uit de groei van de bevolking.
Deze gedragspatroongrafiek laat de ontwikkeling van de bevolking en de vervoerskilometers in Nederland in indexcijfers zien, voor de periode 1990 – 2019.

Het aantal vervoerskilometers per hoofd van de bevolking van 20-80 jaar is gestegen met zo’n 19%. Deze gedragspatroongrafiek laat de ontwikkeling van het aantal vervoerskilometers per capita van voertuigen met een Nederlandse kentekenplaat zien.

Er zijn dus niet alleen meer inwoners bijgekomen, het gemiddeld aantal vervoerskilometers per inwoner is ook gestegen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzocht de frequente verplaatsingen in Nederland tussen 1995 en 2016. Daarbij is gekeken naar woon-werkverkeer en ook naar andere dagelijkse verplaatsingen: die van studenten in het hoger onderwijs, die van winkelend en recreërend publiek en die van mensen die op visite gaan bij familie of vrienden.

Vooral de afstanden in het woon-werkverkeer zijn de afgelopen decennia toegenomen: van gemiddeld 14,6 kilometer naar 19,0 kilometer. Inmiddels pendelt 1 op de 3 werkenden (33%) tussen verschillende steden, in 1995 was dat 27%. Ook 1 op de 3 studenten die hoger onderwijs volgt, reist op en neer tussen steden.
Winkelen, recreatie en visite doen we voornamelijk dichter bij huis. Hiervoor reizen we nauwelijks verder dan zo’n 20 jaar geleden.
Hoe zou de wereld eruitzien als we allemaal met het openbaar vervoer naar ons werk of school konden gaan?
Zouden we allemaal als sardientjes in een blik zitten?

Of zou de capaciteit uitgebreid worden, zodat we allemaal kunnen zitten?

En als we allemaal op loop- of fietsafstand woonden van werk, school en andere voorzieningen?
Zouden er dan steden zijn met een woningoverschot en steden met een woningtekort?
Zouden kleinere steden en dorpen leeglopen?
Hoe zou ons wegennet er dan uitzien?