Klimaatverandering

Welke impact heeft de economie op klimaatverandering en welke impact heeft klimaatverandering op de economie? We proberen hier antwoord te geven op deze vragen.

Impact van de economie op klimaatverandering

Broeikasgassen zorgen ervoor dat de warmte van de zon langer vastgehouden wordt, waardoor de aarde opwarmt. Dit wordt kort en bondig uitgelegd in deze animatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Ik vermoed dat deze tekst van het Environmental Defense Fund met 9 aanwijzingen dat de economische activiteit van mensen klimaatverandering veroorzaakt voldoende duidelijk maakt dat de economie impact heeft op het klimaat. In 2019 verscheen in The Guardian een artikel over de twintig (internationale) bedrijven die verantwoordelijk zijn voor een derde van de CO2 emissies. Het CBS registreert de emissies in Nederland, naar sector:

Bron: Emissieregistratie CBS 2019

en binnen deze sectoren:

Bron: Emissieregistratie CBS 2019, emissies van CO2, tenzij anders vermeld. Andere broeikasgassen zijn omgerekend naar CO2-equivalenten.
Bron: Emissieregistratie CBS 2019

Klimaatverandering is één van de problemen die door de mens worden veroorzaakt. De klimaatwetenschapper Johan Rockström neemt de status van de grenzen aan de planeten nog even, in hoog tempo, met je door in deze TED talk uit 2020.

Vanwege de impact van het economisch handelen door de mens wordt ons tijdperk het Anthropoceen genoemd. Deze naam is afgeleid van het Oud-Griekse woord antropos, dat mens betekent. Het Anthropoceen is de opvolger van het Holoceen. Het Holoceen is een tussen-ijstijdperk dat een opvallend stabiel klimaat liet zien. Doordat de aarde al 1.2 graad is opgewarmd, gemiddeld, hebben we dit tijdperk verlaten.

Impact van klimaatverandering op de economie

De verwachting is onder andere dat in 2070 19% van het landoppervlak van de aarde onbewoonbaar is geworden. Dat is nu 0,8%… Een gebied dat waarschijnlijk als eerste ten slachtoffer gaat vallen aan de temperatuurstijging is Turkana in Kenia, dat wel de ‘klimaat-kanarie’ wordt genoemd. Het betekent dat er steeds minder ruimte beschikbaar is voor huisvesting en landbouw, terwijl de prognose is dat de wereldbevolking blijft groeien… Impact op de gemiddelde levensstandaard kan dan niet uitblijven, maar hoe deze impact verdeeld zal worden is onzeker. De vraag is ook welke impact klimaatverandering heeft op het landoppervlak van Nederland. Het Compendium voor de leefomgeving volgt de zeespiegelstijging voor onze kust op de voet. De site Overstroom ik? kan je vertellen of je het droog houdt bij een stijging van de zeespiegel. Zouden deze informatiebronnen leidend moeten zijn bij het plannen van woningbouwprojecten?

Klimaatverandering zorgt voor een toename in extreme weersomstandigheden zoals orkanen, overstromingen door hevige neerslag en droogtes. Dit leidt tot kapitaalvernietiging. Het hoeft niet tot economische krimp te leiden, omdat het BNP mogelijk stijgt als gevolg van wederopbouw, maar deze groei draagt niet bij tot een hogere welvaart. Het mag ook duidelijk zijn dat extreme weersomstandigheden niet bijdragen aan ons welzijn, denk bijvoorbeeld aan de hittegolven van de afgelopen jaren. Het KNMI heeft deze stijging van de gemiddelde temperatuur mooi in beeld gebracht met de Klimaatstreepjescode. Veel mensen reageren hierop door een zwembad in de tuin te plaatsen. Dit toont eens te meer aan dat mensen geen rationeel denkende wezens zijn – hoe kom je anders op het idee om je waterconsumptie te vergroten in tijden van droogtes.

Economen van de 20ste eeuw zien graag dat de economie blijft groeien, ondanks dat de uitstoot van broeikasgassen naar ‘netto nul’ moet. De Japanse energie econoom Koichi Kaya heeft een identiteit bedacht die het totale emissieniveau terugbrengt naar vier factoren:

  • De omvang van de bevolking – P
  • Het BNP per hoofd van de bevolking – BNP/P
  • Het energiegebruik per eenheid BNP – E/BNP
  • De uitstoot per eenheid energie – CO2/E, waarbij CO2 staat voor CO2 equivalenten van alle broeikasgassen samen.

Deze Kaya-identiteit luidt: CO2 = P x BNP/P x E/BNP x CO2/E. De boodschap van deze identiteit is, dat je door deze vier factoren te verlagen, de totale CO2 uitstoot verlaagt.

Opvallend is, dat economen geen problemen hebben met de laatste twee factoren: het energieverbruik per eenheid BNP en de uitstoot per eenheid energie. We noemen dat het ontkoppelen van de groei van de uitstoot, oftewel ‘groene groei’. Maar besef dat als die laatste twee factoren samen niet zorgen voor ‘netto nul’, dat er dan geen andere mogelijkheid bestaat dan de groei van de bevolking naar ‘netto nul’ te brengen en/of het BNP per hoofd van de bevolking te verlagen. Een econoom snapt dat, want we zijn gewend om in identiteiten te denken.

Toch zijn de economen die beide andere factoren op de kaart durven te zetten op één hand te tellen. Het Living Well within Our Limits project probeert een afname van het BNP per hoofd van de bevolking bespreekbaar te maken, en de Nederlandse Club van tien miljoen adresseert overbevolking. Het zijn beiden geen onderwerpen waar je je populair mee maakt aan de borreltafel.

En het is nog maar de vraag of we het met het energieverbruik en de uitstoot per eenheid energie alleen gaan redden. Want waar veel mensen niet stil bij staan zijn de hoeveelheid materialen die nodig zijn voor een infrastructuur van hernieuwbare energie. Denk hierbij aan de rare earth metals die bijvoorbeeld in zonnepanelen worden gebruikt en het staal dat nodig is voor de bouw van windmolens. Volgens het diagram hierboven komt zo’n 11,5% van de totale industriële CO2 uitstoot voor rekening van de basismetaal industrie. TNO becijfert dit zelfs op zo’n 15%. Daar komt nog bij dat in traditionele staalfabrieken koolstof onder hoge temperaturen reageert met de zuurstof uit ijzererts om staal te produceren. Daarbij ontstaat naast gesmolten ijzer veel ongewenst CO2. Hierbij gaat het niet alleen om uitstoot als gevolg van energieverbruik, maar om CO2 als residu van een productieproces dat ons de bouwmaterialen levert voor hernieuwbare energiebronnen. Het is daarom niet voor niets dat het International Resource Panel van de Verenigde Naties waarschuwt voor tekorten aan grondstoffen en materialen.

De zorg over een tekort aan hulpbronnen enerzijds en onze afvalberg anderzijds, is een belangrijke drijfveer achter de circulaire economie gedachte. Het gaat hierbij om:

  • Het terugdringen van materiaalgebruik door product- en proces ontwerpen te verbeteren. (reduce en redesign)
  • Het verlengen van de levenscyclus van producten door de levensduur te verlengen en de repareerbaarheid te vergroten (redesign, repair en reuse)
  • De afvalberg te verkleinen door producten langer te gebruiken, te hergebruiken, te re-assembleren, onderdelen te hergebruiken in het productieproces, materialen te recycleren en verpakkingsmaterialen te reduceren (reduce, reuse, refurbish, remanufacture, recycle)

De Ellen McArthur Foundation heeft de circulaire economie gevisualiseerd in een vlinder diagram.

De circulaire economie moet een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing van een potentieel tekort aan hulpbronnen. Ook op de site van het International Resource Panel is aandacht voor circulariteit. Hierbij moet dan weer opgemerkt worden dat sommige circulaire oplossingen, zoals bijvoorbeeld recycling, energie intensief zijn en daarmee de hoeveelheid energie per eenheid BNP in de Kaya identiteit verhogen.

Daarom voorzien we dat we het gesprek over het verlagen van het BNP per hoofd niet uit de weg kunnen blijven gaan. Maar welke impact heeft dat op de werkgelegenheid? en wat betekent het voor de inkomens- en vermogensverdeling in ons land? Reset Vlaanderen – voorheen Arbeid & Milieu – denkt na over dergelijke thema’s in een samenwerkingsverband tussen vakbonden, politieke groeperingen, de milieubeweging en andere maatschappelijke organisaties en komen tot interessante conclusies.

Het blijft de vraag waarom we ons niet sneller aangepast hebben om klimaatverandering te voorkomen. Wetenschappers hebben al in 1972 met het rapport ‘grenzen aan de groei‘ aan de bel getrokken. Daarom houden niet alleen marketeers en psychologen zich bezig met het beïnvloeden van het menselijk gedrag. Ook de klimaatbeweging vraagt zich af wanneer mensen a) de ernst van situatie in gaan zien en b) ernaar gaan handelen.