De Fiets Index

Een tijdje geleden las ik het artikel What the ‘bicycle index’ says about a country in de Asian Review. Het artikel roept een interessante vraag op.

In het artikel vertelt de auteur dat in Thailand niet de auto, maar de fiets een statussymbool is – ‘you are what you ride’. In de 80-jaren waren de Thais meestal genoodzaakt om de fiets te gebruiken als  transportmiddel, omdat ze zich geen auto, of gemotoriseerd transport, konden veroorloven. Maar in 2017 is de fiets een luxe goed, waarmee mensen die het zich kunnen veroorloven, recreëren in hun vrije tijd.1

De auteur van het artikel vindt de toename van het aantal fietsen voor recreatiedoeleinden een indicator voor een verbetering van de welvaart van de Thaise bevolking. Hij introduceert de ‘fiets-index’ A/B, waarin (A) staat voor het aantal mensen dat uit vrije keuze fietst en (B) voor het het aantal mensen dat noodgedwongen fietst, omdat ze geen ander transportmiddel kunnen betalen. Vervolgens koppelt hij een waarde-oordeel aan deze index: naarmate een land minder welvarend is, is de fiets-index kleiner. Hij legt het omslagpunt bij het indexcijfer 1, door het als volgt op te schrijven: [arm] < 1 < [rijk].2

Je leerlingen kunnen deze maatstaf – de fiets-index – vergelijken met gangbare maatstaven voor welvaart, door een aantal vragen te beantwoorden:

  • Wat zijn de gangbare maatstaven voor welvaart?3
  • Wat is het verschil tussen deze gangbare maatstaven en de fiets-index?4
  • Waarom vind je de fiets-index een goede / geen goede maatstaf voor welvaart?5

henny@21steconomics.org – Je vindt me ook op LinkedIn

Foto: Thailand Cycling Club gather outside the UNESCAP building – UNClimatechange – published under licence cc 2.0


1 Het artikel maakt niet duidelijk of deze mensen naast de fiets ook een auto hebben, maar uit onderzoek van het Pew Research Center blijkt dat in Thailand 51% van de ondervraagden een auto, 87% een motor en 74% een fiets had ten tijde van het onderzoek en uit cijfers in het Thaise Statistical Year Book van 2016 is een stijging van het gemotoriseerd vervoer te zien van 2014 op 2015.

2 Het is maar te hopen dat er altijd iemand noodgedwongen fietst, omdat we anders een wiskundig probleem hebben.

4 De fiets-index is een maatstaf voor relatieve welvaart, omdat het de mensen voor wie de fiets het enige transportmiddel is, afzetten tegen de mensen voor wie de fiets een recreatiemiddel is.

Het BBP is een maatstaf voor de productie van een land. Hierin worden alle fietsen die geproduceerd worden in Nederland meegeteld, of ze nou als transportmiddel of als recreatiemiddel worden gebruikt.

De financiële welvaart maatstaf kijkt naar de inkomens- en vermogenspositie van huishoudens. De vraag is of transportmiddelen, zoals een fiets vallen onder het kopje ‘overige bezittingen’ die meegenomen worden in de berekening van de vermogenspositie. Een fiets is een bezitting, maar dat wil nog niet zeggen dat het CBS gegevens verzamelt over het fietsbezit van huishoudens.

De monitor brede welvaart beoordeelt onder andere de kwaliteit van leven. Als er in verhouding meer mensen zich een fiets als recreatiemiddel kunnen veroorloven zou je kunnen zeggen dat de kwaliteit van leven is toegenomen. Ik houd hier een slag om de arm, omdat het kopen van een recreatiefiets mogelijk een kortstondig geluksgevoel teweegbrengt, dit nog niet wil zeggen dat die fiets ook echt gebruikt wordt en dus op lange termijn bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

5 Mijn ’two cents’: (1) Er zijn landen waar de meeste mensen zich een fiets kunnen veroorloven maar dat niet doen, bijvoorbeeld omdat de inwoners andere vrijetijdsbestedingen prefereren, de infrastructuur er niet is, of hoogteverschillen de fiets alleen geschikt recreatiemiddel maakt voor getrainde sporters.  (2) Er zijn steeds meer mensen die geen auto (meer) hebben en de fiets en het OV gebruiken als transportmiddel. Dat impliceert niet dat ze het zich niet kunnen veroorloven. (3) Er schuilt een waarde-oordeel in het idee dat je welvarender bent als je gemotoriseerd vervoer hebt en een fiets kunt kopen als recreatiemiddel. Conclusie: Ik denk dat je de fiets-index kunt gebruiken om de ontwikkeling van de levensstandaard te beoordelen binnen een land, maar dat het geen goed instrument is om landen onderling te vergelijken.