Repareren en werkgelegenheid

Deze zomer, toen ik net lessen aan het schrijven was in aansluiting op het artikel in het Tijdschrift voor Economisch Onderwijs dat deze maand verschijnt, verscheen er een artikel in The Guardian dat perfect aansloot bij het onderwerp. De titel luidde “Repairing and reusing household goods could create thousands of green jobs across the UK”.  Mijn co-auteur, Bastiaan van den Broek, schreef hierover in het artikel Weggooien? Mooi niet!*:

“Het repareren van huishoudelijke apparatuur leidt op de arbeidsmarkt tot een toename van de vraag naar arbeid. Hierbij is het interessant op te merken dat het soort banen dat gecreëerd wordt zeer bestendig is tegen automatisering: het gaat om lokale werkgelegenheid, waarbij vaardigheid, creativiteit en sociale vaardigheden belangrijk zijn.”

Onze lestip is, om dit artikel en de quote van Bastiaan te bespreken in de les en de volgende vraag te beantwoorden:

Wat is volgens jullie de impact van repareren op de werkgelegenheid:

    1. In de fabricage van elektrische apparaten.
    2. In onderhoud & reparatie.
    3. In witgoed en bruingoed winkels.

Hieronder doen we een paar suggesties:

  1. Door apparaten te repareren neemt de levensduur van apparaten toe. Daardoor worden er minder elektrische apparaten geproduceerd en zal de werkgelegenheid daar waarschijnlijk afnemen. De omvang van deze afname hangt af van dingen als de hoeveelheid handarbeid die vereist is om de apparaten te assembleren. Als dit nu gerobotiseerd is, is de impact op de werkgelegenheid kleiner. Wordt het rendabeler of minder rendabel om het werk in de toekomst te robotiseren? Daarnaast neemt de vraag naar onderdelen toe en die moeten ook gefabriceerd worden. 
  2. De groei van de Repair Café’s zorgt ook voor een omslag in ons denken. Er ontstaat geleidelijk een cultuur waarin mensen het normaler vinden om spullen te (laten) repareren. Daardoor neemt de vraag naar onderdelen toe én de vraag naar reparateurs. Maar dat niet alleen, mensen zullen ook opletten of het apparaat dat ze willen kopen makkelijk te onderhouden is, en of je er onderdelen voor kunt krijgen. Daarnaast letten potentiële kopers op de technische levensduur van een apparaat. Dat is een reden voor fabrikanten om een kwalitatief beter product te maken. Daardoor hoeft er minder gerepareerd te worden.
  3. De detailhandel moet meer kennis in huis hebben om mensen te kunnen adviseren over de aanschaf van een apparaat. Mogelijk dat er in winkels een verschuiving van banen in de verkoop naar banen aan de reparatiebalie komt. Als de levensduur van apparaten langer wordt, neemt de verkoop af en zullen er minder verkopers en installateurs nodig zijn.

Of en in hoeverre bovenstaande zal gebeuren is van zoveel factoren afhankelijk dat we u daar geen garantie op kunnen geven. Het is deels ingegeven door wensdenken.

*Dit is ook de titel van een boek van de hand van de oprichtster van het Repair Café, Martine Postma, dat u kunt bestellen op de site van Repair Café. Het vertelt de geschiedenis van de beweging.